• De Olympia Jol
  • Historie
  • Olympiajol eregalerij
    • Nederlands kampioenen
    • Nederlands sprint
    • Europese kampioenen
    • Jaarprijs winnaars
    • Adelskalenderen
    • IOU wisselprijzen
    • Vloot wisselprijzen
  • IOU
  • Bestuur
  • Leden
    • Ereleden
    • Leden van verdienste
  • Lid worden?
  • Sponsoring
    • Sponsoren
    • Club van 100
  • Wedstrijdkalender
  • ONK
  • EURO
  • IOU Ranking
  • Uitslagen
    • 2025
    • 2024
    • 2023
    • 2022
    • 2021
    • 2020
    • 2019
    • 2018
    • 2017
  • Klassenvoorschriften
  • Metingen/trim
    • Hermeting
    • Masttrim 2023
    • Boottrim
  • Forum
  • Trainingen
  • Tips & trucs website
  • Persoonlijke zeilnummers
  • Stamboek boten
  • Nederland
    • Friesland
    • Zuidlaren
    • Belter
    • Spiegel
    • Nieuwkoop
    • Reeuwijk
    • Rotterdam
    • Zuid
  • Internationaal
    • IOU Duitsland
    • IOU Oostenrijk
    • IOU Zwitserland
  • Vlootwisselprijzen
  • Actuele berichten
  • Berichten archief
    • 2024
    • 2023
    • 2022
    • 2021
    • 2020
    • 2019
    • 2018
    • 2017
  • Nieuwsbrief
  • Verslagen
  • Pers
  • Foto's
  • Video's
  • Oude website
    • 2012-2016
    • < 2012
  • Media
  • AANBOD
  • VRAAG
  • IOU PROMO ARTIKELEN

Het ontstaan van de moderne klassieker


De Olympiajol was de opvolger van de Snowbird, een eenmans boot die gebruikt werd op de Olympische Spelen van 1932 in Los Angeles. Duitsland wou zich graag onderscheiden ten aanzien van andere landen en ontwierp zijn eigen Olympic Monotype Class. De Dahme Jacht Club geeft de opdracht aan ontwerper Hans Bebensee om een nieuwe Olympische jol te ontwerpen. In 1933 had ontwerper Hans Bebensee zijn eerste jol de Skagerrak 01 klaar. Inmiddels hadden vijf andere ontwerpers ook hun ontwerp gebouwd, in totaal zijn er 16 jollen gebouwd. Helmut Stauch, was testzeiler van één van deze jollen, naast zeiler was Stauch ook ontwerper en had het idee dat hij een betere jol kon ontwerpen. In 1934 presenteerde Helmut Stauch zijn nieuwe jol en won overtuigend met zijn jol O31, Seehund de selectiewedstrijden. De jol van Helmut Stauch werd uitgekozen om te varen als de nieuwe Olympic Monotype Class op de spelen in 1936.

 

De boot


 

Romp en dek van mahonie

Romp 10 of 12 mm dik

Gangenbouw

Roodkoper geklonken op ruim 100 spantjes

Dek samengesteld uit brede planken

Rondhouten, uit Spruce of Oregone, hol, verjongd en geprofileerd

Al het beslag uit staal en gegalvaniseerd

Beperkte trimmogelijkheden, alleen de voorstag voor de mastbuiging

Geen neerhouder of overloop

Dubbele gebogen helmstok

Dubbele hangbalk, geen hangbanden

Geen zelflozers of drijflichamen

Hozen met een steelpannetje zonodig voorzien van een stok

Prijs in 1935 ongeveer Fl.300,-

Enkele prototype jollen

1935 Op zoek naar de Olympische zeiler


In december 1934 wordt de Olympiajol erkend door het Verbond. Het Verbond gaf in 1935 aan E.G. van de Stadt Scheepswerf N.V. Te Zaandam de opdracht voor de bouw van de zes eerste Olympiajollen. Deze jollen kregen de nummers H1 t/m H6. Daarnaast werden door particulieren olympiajollen besteld zodat in 1935 het hoogste zeilnummer H29 ("Daphia") door Bootbouwerij G. Baay te Loosdrecht gebouwd werd voor de heer P.H.R. Borgerhoff Mulder uit Oestgeest. In dat zelfde jaar waren er in Duitsland al 200 jollen geregistreerd. 

 

 

In 1935 vond ook de eerste selectie plaats van zeilers. In 1936 was er een kerngroep van 10 zeilers geselecteerd. Deze zeilers kwamen vrijwel allemaal uit de 12 Voetsjol. Op basis van de eerste selectiewedstrijden in 1936 bleven de volgende vijf geselecteerde zeilers over.

  • Happy, P.H.R. Borgerhoff Mulder, 23 jaar, Oestgeest
  • Koos de Jong, 24 jaar, Roberdam
  • Daan Kagchelland, 22 jaar, Roberdam
  • Jan Maas, 22 jaar, Hilversum
  • Ricus van de Stadt, 26 jaar, Zaandam

Daan Kagchelland won de selectie wedstrijden, Ricus van de Stadt werd tweede en ging mee als reserve naar de Olympische Spelen. De Keuze voor Daan Kagchelland was niet voor een ieder begrijpelijk. Een ieder was ervan overtuigd dat Borgerhoff Mulder de meest geschikte kandidaat was. Deze twijfel werd ook publiekelijk geuit. 

 

De Olympische Spelen


Voor de 25 deelnemers waren er 30 identieke Olympia jollen beschikbaar, allen vervaardigd uit het fijnste mahonie wat verkrijgbaar was. De jollen hadden de nummers G301 t/m G330, en kregen de namen van Duitse steden. Daan Kagchelland kreeg jol G324, genaamd Nürnberg. Daan zijn twee belangrijkste tegenstanders waren de Engelsman Peter Scob en de Duitser Werner Krogmann. Beide mannen waren zwaargewichten, Scob woog 103 Kg en Krogmann 96 kg. Daan stak hier maar schril bij af met zijn 75 Kg. De wedstrijden vonden plaats in Kiel onder zware weersomstandigheden en er moest veelvuldig gereefd worden. Ondanks dat wist Daan met tactisch varen zijn tegenstanders achter zich te laten. Door zijn goede prestaties begonnen zijn tegenstanders zijn gedrag te kopiëren. Zette hij zijn verstaging wat losser in de haven dan werd dit prompt opgevolgd door zijn concurrenten. Ook kende hij de 40 regels van het wedstrijdregelement uit zijn hoofd wat ook de nodige indruk maakte. Daan had veel aandacht voor zijn materiaal en zichzelf, zijn jol en ook Daan zagen er altijd onberispelijk uit. Zo wist hij ondanks de zware tegenstand en omstandigheden het Olymisch Goud uit het hol van de leeuw weg te slepen. 

 

 

Richting de oorlog


Door de Olympische titel van Daan Kachgelland steeg de Olympiajol enorm in populariteit. In 1938 kreeg de Olympia jol de Internationale status van de IYRU. In dat jaar werd Daan Kagchelland ook de eerste nationale kampioen. Maar ook nieuwe zeilers deden hun intrede: Jan Bier, Theo van Helvert, Jack Barzilay, Dick van Brummelen, Wim Ritman en Court Fleming waren bekende namen in die tijd. De Olympiajol was net als in Duitsland populair bij de vrouwelijke zeilsters, in 1940 waren er Nederland negen geregistreerde O-jol zeilsters. 

In het begin van de oorlogsperiode gingen de wedstrijden ‘gewoon’ door. Hein Recourt, een debutant, werd Nationaal kampioen in 1941. Koos de Jong volgende in 1942 en 1943. De bouw van jollen ging Pjdens de oorlogsperiode door, in deze periode zijn zeker 100 Olympia jollen gebouwd. Eind 1942 waren de meeste jollen in veiligheid gebracht, enkele werden gevorderd en gebruikt als drijvende bom. 

80 jaar Olympisch Goud!


Het duurde maar liefst 80 jaar alvorens een andere zeil(st)er het volgende Olympisch Goud voor Nederland veroverde. Al die tijd heeft zeilend Nederland met een schuin oog naar de prestatie van onze Daan gekeken in de hoop het stokje over te mogen nemen. Het was dan ook met recht een historisch moment toen Rinus Kagchelland namens zijn vader het 'Goud' kon overdragen aan Marit Bouwmeester, die in 2016 tijdens de Olympische Spelen van Rio de eerste plaats veroverde in de Laser Radial klasse.

 

Nog meer weten?

Klik hier voor de volledige presentatie van Toon Neijman.

Klik hier voor de digitale versie van het boek dat bij het 40 jarig bestaan is uitgegeven. Het downloaden duurt wellicht even maar het is de moeite waard!

 

Sindsdien


De wedstrijden werden hervat in 1946. Daan Kagchelland en Borgerhoff-Mulder verkopen hun Olympiajol, Glipper en Daphnia. De oorlog lag nog vers in het geheugen en de jol was ook nog een Duits ontwerp. Dit waren de redenen dat de Olympische status van de Olympia-jol bij de Olympische Spelen in 1948 werd ingetrokken. Nieuwe zeilers dienen zich aan, Bob Markus, Jaap Stap, Leo Gerhards, J. Proper, Bob Willems en Nellie van Gool. Nellie van Gool uit het Friese Hommerts was een dame die prominent op het wedstrijdveld aanwezig was, zij won vele prijzen. Eind jaren ’40 was de bouw van de Olympiajol over zijn hoogtepunt heen. Het hoogste nummer was toen voor de jol H246, Fiddle’s Green.

Begin jaren ‘50 is er nog voldoende animo op de wedstrijdvelden. In 1954 vindt de oprichting van de International Olympiajollen Union plaats. Toch neemt eind jaren 50 de belangstelling af, veel jollen verhuizen naar het Noorden van het land. Een dieptepunt is  1959 toen er nog maar vijf Olympia jollen aanwezig waren op het Nationaal Kampioenschap. De bouw ligt volkomen stil en in de periode 1950-1960 zijn twee nieuwe jollen geregistreerd.

In 1960 vindt de oprichting van IOU Nederland plaats door Sjirk Haaksma, Peter van Wamel, Robert-Jan Röell, Dik de Ruijter en Wim Ris. Ook verschijnt het eerste clubblad “De Olympiajol”. Door alle aandacht kwamen er meer deelnemers. In 1965 sluit de groep Zuidlaren zich aan bij IOU Nederland. In 1968 werd het bouwmateriaal vrijgegeven en daarmee werd ook de 'moderne klassieker' geboren. In navolging van onze oosterburen mag de O-jol nu ook in plakhout en kunststof worden gebouwd. Mik Polyesterbouw introduceert zijn nieuwe jol en Jan Woldhuis werd met de H260, Nieuwe-Hoop in 1970 Nationaal Kampioen. 

Sindsdien is de populariteit van de Olympia jol gestaag gestegen. Elk jaar worden er nog nieuwe, zeer modern uitgevoerde boten gebouwd en gaat de teller inmddels richting de 800!

In 2021 is er een prachtig jubileumboek samengesteld waarin alle historie gebundeld is.

klik hieronder om dit boek te bestellen.

 

 

Boek bestellen

 

Neem contact op


 

Volg ons ook op


FacebookTwitter

O-Jol


  • Home
  • De olympiajol
  • Historie
  • IOU
  • Kennismaken
  • Lid worden
  • Promojol

 

Activiteiten


  • Wedstrijden
  • Agenda
  • ONK
  • EURO
  • IOU Ranking

 

Nieuws

Academy


  • Klassenvoorschriften
  • Metingen
  • Boottrim
  • Trainingen

 

Vloten


  • Friesland
  • Zuidlaren
  • Belterweide
  • Spiegel
  • Nieuwkoop
  • Reeuwijk
  • Rotterdam
  • Zuid

 

Media


  • Verslagen
  • Actuele standen
  • Oude uitslagen
  • Pers
  • Foto's
  • Video's

 

Shop


  • Vraag
  • Aanbod
  • O-jol

 

Zoeken in de site


O-Jol De moderne klassieker

Copyright 2025 - IOU Nederland
Inloggen | Ziber Website | SdH Vormgeving - /Team4School - Creatieve professionals