Zoals beloofd in voorgaand jaar overzicht wordt in dit artikeltje ingezoomd op hoe de top van zo’n jaarklassement tot stand komt. Wat zijn de elementen die je het snelst richting de bovenkant brengen. En een analyse die de zeven keer achter elkaar winst verklaard in vergelijking met directe, Nederlandse, concurrenten.
Want voor de zevende achtereenvolgende keer wint dezelfde stuurman dus de Jaarranglijst competitie om de Eef van den Berg jaarprijs. Opvallend is dat zeker want de ranglijstwedstrijden kunnen en worden door veel verschillende stuurmannen gewonnen. Maar over een jaar, met minimaal 5 starts, staan toch telkenmale dezelfde namen boven aan. En dat terwijl je daarvoor zeker geen regatta runner hoeft te zijn.
Zeven keer achtereen, dan mag je ook even terugkijken. Ook al slaapt de scribent op hetzelfde kussen als de stuurman van de NED 8. Dan brengt zo’n terugblik wel het risico op beschuldiging van borstklopperij. Bosch liet zich door uw scribent overtuigen dat deze gaat pogen om het vooral inhoudelijk te houden en veel superlatieven te vermijden. Immers, deze scribent had, indien het een andere naam betrof al jaren eerder hierover geschreven. Dan moet dat risico van ’zelf pijperij’-verwijten maar voor lief genomen worden. Edoch, we gaan proberen de feiten, cijfers en berekeningen voor zich te laten spreken.
Nog even relativeren: het zijn de Olympische Spelen niet!
Maar toch even een disclaimer: immers de één geeft helemaal niets om zo’n ranglijst klassement en de ander kijkt iedere week even naar de update van onze meestercijferaar. Weer anderen hebben enkel interesse tijdens een ’goed eigen jaar’. Enfin, hoe belangrijk is het ook echt?!
Want natuurlijk is het maar een onderlinge vergelijking tussen een groep mannen op leeftijd actief binnen een beperkte internationale eenheidsklasse. ”Kicks voor niks”, aldus Kooten en de Bie.
Dat is natuurlijk waar maar: wedstrijdzeilen is tegen elkaar strijden. Daarvoor gaat iedereen het water op. Daardoor genieten we er zo van. Winnen is niet het belangrijkste maar maximaal je best doen wel. Anders is er geen lol aan. En dus vergelijk je jezelf voortdurend met anderen. In je eigen cohort met je favoriete vaste tegenstanders, midden in het klassement, in de achterhoede of bovenaan. En uitslagen binnen één weekend zeggen natuurlijk minder dan een vergelijking over een heel seizoen.
De kern blijft; zeilplezier haal je uit je eigen zingeving .Iedere stuurman moet dus zelf maar zien of hij motivatie uit zo’n ranglijstcompetitie wil halen. Toch blijkt dat veel Olympiajollers regelmatig die opstelsom van de individuele prestaties bekijken. Deze ranglijstpagina’s op onze site worden echt vaak bekeken!
Alle jaarranglijst winnaars bijeen
De jaarprijs ranglijst is niet meer en minder dan de volgorde van de stuurmannen in een jaar over maximaal vijf tellende IOU NED wedstrijden. Met dit uitgangspunt is het de meest eerlijke vergelijking die binnen één jaar valt te maken. En die berekening bestaat al 42 jaar, sinds 1982. Dus is er een mooie lijst met ‘beste’ zeilers per jaar.
Eenmaal winnaar zijn: Thees Scheen, Dolf Peet Sr, Hans van der Kooij, Dirk Jan Kahn, Wouter Hagoort, Mels en vader Kees Jongeneel, Martin Baas, Georg Vossenberg, Fred Moerman, Rob Wapenaar, Onno Yntema. Twee maal winst voor: Ward Boersma, Dolf Peet Jr en Stefan de Vries.
Drie maal winst was er voor: Rinus Kagchelland, Peter Peet, Herman van Eijk en Ton op de Weegh. En als gezegd staan Jan ten Hoeve en Thies Bosch op respectievelijk 5 en 7 keer winst. Een mooie lijst met de beeldbepalende namen in de recente Olympiajol geschiedenis.
In dit perspectief is zeven keer winnen is dus opvallend vaak. En er is in 2024 voor het eerst gewonnen als Master. Dat een 66 plusser wint lijkt voor het eerst sedert 1982.
Zevenvoudig winnaar, das vaak...
Zeven keer achtereen winst in dat IOU jaarranglijst klassement. En dat in de 13 jaar dat Thies Bosch in de Olympiajol mee vaart, na die 30 wedstrijdloze jaren. Eerder was er drie maal achtereen winst door Peter Peet, hij had in de jaren negentig een nog hoger win-percentage maar voer slechts vijf jaar in de Olympiajol. En daarna vaart hij in de andere klassen de sterren uit de hemel. Jan ten Hoeve, de Adelskalenderen leider, won in zijn 33 actieve jaren ook een indrukwekkend aantal van vijf jaarranglijst klassementen.
Natuurlijk kun je hier geen conclusies trekken over wie de beste Olympiajol zeiler is of is geweest. Wat wanneer de winnaars van nu alle grote wedstrijden gaan varen?! En, de Peter Peets, Stefan de Vries’en en Mark Neelemans e.a. zouden we ook niet kunnen bijbenen. Maar: ‘om te kunnen winnen moet je wel starten’. Dus; laat de cijfers over ieder seizoen maar hun werk doen.
Hoog in het klassement eindigen, hoe doe je dat.
Hoog scoren op de jaarranglijst doe je dus die minimaal vijf ranglijstwedstrijden zo hoog mogelijk te eindigen. Die resultaten worden geteld en gewogen (d.m.v.Oostenrijkse puntentelling i.v.m. aantal deelnemers) en een factor voor de ‘grote wedstrijden’. Dus sommige ranglijst wedstrijden scoren heel veel meer punten dan anderen. Je moet dan ook echt twee of meer van die ‘grote wedstrijden’ starten én daar vervolgens stabiel en hoog scoren. Want daar zijn, door de echt grote velden én een kampioensfactor van 1,25, dus veel punten te verdienen. Je hoeft zeker geen Regatta Runner te worden maar je kunt niet hoog scoren zonder deelname aan een paar ’grote’ wedstrijden
De top vier van afgelopen jaarranglijst seizoen 2024 waren Jan ten Hoeve, Thies Bosch, Martin Lehner en Onno Yntema. Zij deden er allemaal aan vier ‘grote wedstrijden’ mee. De vergelijking is dus eerlijk en niet afhankelijk van meer of minder wedstrijden varen.
Yntema won dus het ONK Sprint op het Zuidlaardermeer maar scoorde verder met 15e, 15e en 6e niet bijzonder opvallend. Lehner won de Oostenrijkse op de Wolfgangsee én de EURO bij Fluelen in Zwitserland, werd 3e op de IDM maar, door té scherp varen, slechts een 22e op de ONK. Ten Hoeve won dit jaar geen grote titel maar zette ook een mooie reeks neer: 3e, 3e, 7e en 25e (uitgestapt op IDM).
Bosch won de IDM op de Muritzsee en presteerde verder met een 2e, 2e en 4e plek erg constant in die grote velden. En dát brengt dus de jaarranglijst 2024 winst. Verder nog één nationaal weekend winnen en de punten voorsprong is groot. Dat bleek ook het geheim in de afgelopen zeven jaren zoals we zo kunnen zien.
En die andere sterke zeiler van dit jaar, Wessel Kuik? Winnaar van de ONK op de Braassemermeer en nog twee ranglijstwedstrijden? Maar hij voer geen EURO, ONK Sprint of IDM. En dan ben je nog zo’n goede zeiler maar dan kom je niet verder dan een mooie top tien plek. Hopelijk kan hij in het komende jaar meer tijd vrijmaken!
De drie best scorende Nederlands van de afgelopen zeven jaar nader bekeken.
Terugkijken over die zeven jaren waren er dus 28 ‘grote’ starts (ONK, ONK Sprint, IDM en EURO x 7) te maken. Ieder jaar met de grootste en sterkste velden. We vergelijken hier de drie Nederlanders (Yntema, ten Hoeve en Bosch) die het vaakst voeren én het beste presteerden. De vraag is wederom: win je nu door vaak te starten en de uitschieters te laten meetellen. Of door vooral stabiel hoog te scoren?
Qua titels scoorde Onno Yntema het hoogst namelijk 33 % in zijn deelnames. Edoch daarbij komt één tweede en 2 derde plaatsen. En, hij deed ‘slechts’ 18 grote series mee want een reisjaar en verder ook wel eens niet. Onno won in die periode 2 x resp. ONK en ONK Sprint en EURO. En stond dus gemiddeld 50 %, een op de twee, deelnames op het podium. Mooie cijfers!
De NED 8/665 stond bijna iedere keer (27) aan de start. En stond in liefst 66% van die deelnames op het podium: twee op de drie deelnames eindigde dus op dat schavotje. En hij won ruim een kwart van die kampioenschappen. Respectievelijk 7 titels en verder 9 tweede plaatsen en 2 derde. Kampioen EURO, ONK, 2 X IDM en 3 x ONK Sprint: als enige iedere titel minimaal één keertje.
Daarme steken Bosch en Yntema er qua aantal titels, podia in absolute én relatieve zin met kop en schouders boven uit. Ook in vergelijking met iedere Duitsers en Oostenrijkers. Geen andere Olympiajoller voer over die afgelopen jaren zo stabiel en sterk.
Jan ten Hoeve won in die zeven jaar twee IDM titels (10 % van zijn starts) en had ook 2 maal een tweede en eenmaal een derde plaats met 21 series van deze 28 grote wedstrijden deelgenomen. Dus Jan ten Hoeve eindigde 28 % van zijn deelnames op het podium. Goed maar in de Sneekweek scoort ten Hoeve nog veel beter!
Het Oranje kampioens overzicht compleet gemaakt:
De titels van ten Hoeve, Yntema en Bosch opgeteld betekent dat meer dan helft van alle kampioenschappen door één van deze drie Oranje vertegenwoordigers is gewonnen. En Jan Willem van den Hondel en Joop de Jong trokken, sinds 2018, ieder ook nog eens twee kampioenschappen over de Oranje streep.
Dus van deze 28 kampioenstitels in de laatste zeven jaarzijn er in totaal negentien verdeelt over vijf stuurmannen binnen onze landsgrenzen gevallen. We rekenen hierbij de GER 17/NED 27 etc. wel toe aan zijn geboorteland. Dat is dus op meer dan twee op drie kampioenschappen Oranje winst. We doen het niet slecht!
Nu wat cijfer fetisjisme;
Dus de NED 8 zeilde de meeste ‘grote’ wedstrijden én met duidelijk de meeste podium plekken Zowel absoluut als percentueel gezien. Maar door ook gemiddelden en standaard deviaties (S.D.) te bekijken blijkt die winst niet te komen door véél varen maar vooral door iedere keer stabiel en hoog in het eindklassement te scoren.
Kijkend naar wat berekeningen wordt dit nog duidelijker zichtbaar. We nemen hierbij even één slechtste plaats niet mee want ook Yntema, ten Hoeve en Bosch hebben wel eens materiaalpech. Jan ten Hoeve scoorde namelijk gemiddeld een 8.0e plaats (met S.D. 7,4) op de ‘grote wedstrijden’ met startvelden tussen de 45 en 90 boten.
Onno Yntema noteert een 4,8e plek (S.D. 4,5) en Thies Bosch presteerde met een 2,8e plaats (S.D. 1,8) gemiddeld dus de hoogste en ook het meest constante resultaten. Want, voor wie het wat zegt, die standaarddeviatie (spreidingsmaat rond het gemiddelde) geeft aan; hoe lager, hoe dichter de uitslagen bij elkaar liggen. Dat duidt dus op stabiel presteren in toch grote velden.
De uitslagen reeks, in de ’grote vier’ over de laatste zeven jaar, van de NED 8 is 2,2,1,4,1,5,5,4,1,7,5,2,2,4,2,2,1,3,1,1,2,3,2,3,8 en 1. Met dus een 8e plek als slechtste uitslag over 26 van onze grootste wedstrijdseries. Ook goed scoorde Yntema met zijn serie van 1,6,15,15,1,4,1,3,5,2,9,1,5,3,1,1 en 9 scores. Hij had in twee derde van die grote starts 15e plekken als minste. Ten Hoeve, met 7,3,25,3,11,1,16,2,4,1,13,6,27,11,13,6,1,4,5 en 2, had o.a. een paar twintig plus uitslagen in zijn 20 starts .
Dit verklaart dus de ranglijst competitie over de laatste zeven jaar. Niet de uitschieters maar de regelmaat tikten het hardste door in punten.
Het waren zeven mooie jaren..
Aangezien uw scribent deze zevenvoudig winnaar dus nogal goed kent is door hem gevraagd hoe hij zijn wedstrijd toekomst nu ziet. Het antwoord hintte op een inzicht dat alle wedstrijden te winnen zijn, behalve die tegen Vadertje Tijd. Dat hij wel eens een perfect uitgedachte en voorbereidde powergijp en dito loefpartij bij de onderton eindigt onder tegen het lij-gangboord. Dat er wel eens gepuft en gekreund en geknoeid wordt bij meer wind. Dat ervaring blijft groeien maar coördinatie, souplesse en kracht zeker niet. Dat geldt ook voor de kwaaltjes: er moet nu echt een kunstknie in en verder beginnen er ook al wat andere dingen te rammelen. Motivatie om veel te blijven zeilen is er zeker. Zeven keer winst is prachtig edoch die tijd ligt natuurlijk wel achter ons.
En dat is goed: de ‘jeugd’, natuurlijk een relatief begrip binnen onze grijze haren populatie, heeft natuurlijk de toekomst. Er zijn zeker voldoende erg goede zeilers in ons veld te vinden. Behoorlijk veel zelfs. Die moeten het dus gaan afdwingen over een heel seizoen. Want die oude garde doet natuurlijk niet aan cadeautjes!
Ergo, de belangrijke tip aan die ‘jeugd’: vaar dus vooral ook die ‘grote wedstrijden’. Die series kennen de sterkste en grootste velden van de pakweg 70 ranglijst (inter-)nationale weekenden die ieder jaar gevaren kunnen worden in onze Olympiajol landen. Starten in grote velden is een vak apart. Veel mogelijkheden om te genieten dus. En veel mogelijkheden om te leren en daarbij ranglijstpunten te scoren. Doen!
Wie was toch Eef van den Berg?
U bent, via al of niet ’zelfpijperij’, aangekomen bij de laatste alinea. Dan nog even dit. De wisseljaarprijs heet de Eef van den Berg jaarprijs. Die is al 42 jaar in actief gebruik. Soms even een paar jaar onder een tafel maar hij dook altijd weer op. Gepoogd is te onderzoeken: hoe komt deze jaarprijs aan zijn naam? We weten dat het een oud Olympiajoller is, waarschijnlijk met ook een zeilende broer ergens in de jaren zestig in het midden van Nederland. Meer weten we niet. Ook ons ere lid Peter van Wamel, toch zelf actief in die jaren, wist vanuit Thailand niets te melden. Weet iemand wat meer? App of mail even met de IOU secretaris. We willen het graag weten…